Hoe de beginvorm van het werkwoord te vinden

Hoe de beginvorm van het werkwoord te vinden
Hoe de beginvorm van het werkwoord te vinden

Video: Hoe vind je een werkwoord in een zin. 2024, Juli-

Video: Hoe vind je een werkwoord in een zin. 2024, Juli-
Anonim

Vaak maken jongens fouten bij het schrijven van onbeklemtoonde persoonlijke eindes van werkwoorden. De reden voor deze fouten is soms omdat de kinderen niet hebben geleerd hoe ze de oorspronkelijke vorm van het werkwoord kunnen vinden. Kijk hoe dit kan worden gedaan.

Gebruiksaanwijzing

1

Zelfs op de basisschool maken kinderen kennis met zo'n woordsoort als werkwoord, en in de loop van de school gaan ze dieper studeren. Maar ze beginnen kennis te maken met het werkwoord uit de beginvorm (of, zoals het ook wordt genoemd, uit de infinitief).

2

De beginvorm van het werkwoord wordt bepaald door de vragen "wat te doen?", "Wat te doen?". Dit is een onveranderlijke vorm (tijd, nummer, persoon kan niet worden bepaald). Schrijf bijvoorbeeld (wat te doen?). Als kinderen vragen stellen, wanneer vindt de actie plaats? wie doet het? Ze zullen niet kunnen antwoorden, omdat dit niet kan worden bepaald door de oorspronkelijke vorm van het werkwoord.

3

De infinitief kan worden bepaald door de uitgangen -ty, -ty, evenals door de achtervoegsels -a-, -i-, -ova-, -eva, -–. Bijvoorbeeld in de beginvorm van het werkwoord "lezen", het einde -t en het achtervoegsel -a. Hoewel alleen door deze achtervoegsels te vinden, is het onmogelijk om te concluderen dat we de oorspronkelijke vorm van het werkwoord hebben, omdat ze ook in de verleden tijd kunnen worden opgeslagen. Achtervoegsel is een van de componenten van het onthullen van de oorspronkelijke vorm van een werkwoord.

4

De beginvorm van een werkwoord in een zin kan zowel onderwerp als predikaat zijn. Bijvoorbeeld: leven is het thuisland dienen.

In deze zin is het woord "live" (infinitief) subject en het woord "serve" (ook infinitief) is predikaat.

5

Vanuit de beginvorm kunt u de tijd, persoon en nummer bepalen, maar u kunt ook het type werkwoord bepalen (perfect of imperfect). Bijvoorbeeld: wassen (wat te doen?) - een perfecte look, wassen (wat te doen?) - een imperfecte look. En je kunt ook de terugkeer van het werkwoord bepalen. Bijvoorbeeld: wassen - een onherroepelijk werkwoord, wassen - retourneren (ja).

6

Dus door een vraag te stellen aan een werkwoord, een aantal van de grammaticale betekenissen ervan te bepalen, evenals de syntactische rol ervan, en aandacht te besteden aan de delen van het woord (einde en achtervoegsel), kun je gemakkelijk begrijpen dat je te maken hebt met de oorspronkelijke vorm van het werkwoord.

werkwoorden hebben niet geleerd