Hoe te studeren in de 19e eeuw

Inhoudsopgave:

Hoe te studeren in de 19e eeuw
Hoe te studeren in de 19e eeuw

Video: Jelle van Baardewijk: Is bedrijfskunde in huidige vorm wel een universitaire studie? 2024, Juli-

Video: Jelle van Baardewijk: Is bedrijfskunde in huidige vorm wel een universitaire studie? 2024, Juli-
Anonim

In de 19e eeuw onderging het onderwijs grote veranderingen. Onderwijsinstellingen zijn democratischer geworden. Het recht op onderwijs begon kinderen te krijgen van filistijnse en boerenoorsprong. Vrouwenonderwijs ontwikkelde zich overal. Geopende scholen, cursussen, gasthuizen voor meisjes.

Stadia van onderwijs

Onderwijs in de 19e eeuw had een getrapte vorm. Eerst moest de student afstuderen aan de basisonderwijsinstelling, vervolgens aan het secundair algemeen onderwijs en de laatste fase - toelating tot de universiteit.

Basisonderwijsinstellingen bestonden uit parochie-, provincie- en stadsscholen, zondagsscholen en alfabetiseringsscholen. In dit geval moet de student eerst afleren in de parochie en vervolgens op de provinciale school, en pas dan heeft hij het recht om de gymzaal binnen te gaan.

Secundaire onderwijsinstellingen waren gymzalen en internaten. Er werden klassieke, echte, militaire gymzalen onderscheiden. Gymnasiums die belangrijk waren, vertegenwoordigden een moderne middelbare school, die voltooid moet zijn voordat ze naar een universiteit gaan. De opleiding in deze instellingen duurde zeven jaar.

Vertegenwoordigers van alle klassen hadden het recht om de onderwijsinstelling binnen te gaan. Kinderen in de lagere klassen studeerden echter op scholen en hogescholen en kinderen van hoge mensen in kostscholen en lyceums. Deze vorm van onderwijs werd gelegd door Alexander I, later gewijzigd door Nicholas I en opnieuw hersteld door Alexander II.

Studieonderwerpen

Het curriculum is door de eeuwen heen vaak veranderd. Dit gold voor zowel het gymnasium als de scholen.

Parochie- en provinciescholen hadden officieel een uitgebreid leerplan als in gymzalen. Maar in feite ging het niet uit om het vastgestelde plan te vervullen. De instellingen voor basisonderwijs werden onder de hoede van lokale ambtenaren geplaatst, die op hun beurt niet probeerden voor de kinderen te zorgen. Er waren niet genoeg klaslokalen en leraren.

In parochiescholen leerden ze lezen, schrijven, eenvoudige rekenregels en de grondslagen van de wet van God. In instellingen op provinciaal niveau bestudeerden ze een bredere cursus: de Russische taal, rekenen, meetkunde, geschiedenis, tekenen, meetkunde, kalligrafie en de wet van God.

Op gymnasiums werden vakken als wiskunde, meetkunde, natuurkunde, statistiek, aardrijkskunde, plantkunde, zoölogie, geschiedenis, filosofie, literatuur, esthetiek, muziek en dans onderwezen. Leerlingen studeerden naast de Russische taal ook Duits, Frans, Latijn, Grieks. Sommige items waren optioneel.

Aan het einde van de 19e eeuw begon een vooroordeel in het onderwijs te worden omgezet in toegepaste disciplines. Er is veel vraag naar technisch onderwijs.