Een wereldkaart leren

De kaart is een grote hulp bij het bestuderen van geografie en enkele andere disciplines. Ze helpt altijd bij het examen, want het gebruik van kaarten is niet verboden. Maar om de kaart in een moeilijke situatie te helpen, is het noodzakelijk om te leren lezen en ook om het belangrijkste dat erop staat te onthouden.

Je hebt nodig

• - grootschalige wereldkaart;

• - halfrond kaart;

• - contourkaarten;

• - een potlood;

• - wijzer.

Gebruiksaanwijzing

1

Leg elektronische kaarten een tijdje opzij. Hiermee kunt u heel snel de coördinaten van het terrein bepalen of de afstand tussen nederzettingen berekenen. Op hen kun je zelfs een heel klein dorp vinden. Maar het is gemakkelijker om de locatie van objecten op een gewone papieren geografische kaart te onthouden. Begin met een halfrondkaart.

2

Kijk naar beide hersenhelften en lees welke westelijk en welke oostelijk is. Lees de namen van de continenten en onthoud ze. Leer de kardinale punten te bepalen. Op alle papieren kaarten is het noorden bovenaan, het zuiden onderaan en respectievelijk het westen en het oosten, links en rechts. Denk aan de belangrijkste horizontale lijnen - de evenaar en beide polen. Zoek waar de Greenwich Meridian zich bevindt. Leren welke continenten en oceanen elk van deze lijnen doorsnijdt. Zoek de evenaar, Greenwich-meridiaan en poollijnen op de overzichtskaart.

3

Bekijk de wereldkaart. Zoek daarop de hoofdlijnen die je al op de halfrondkaart hebt gezien. Identificeer de hoofdpunten. Onthoud hoe elk vasteland eruit ziet. Gebruik visueel geheugen en associaties. Hoe ziet Afrika of Amerika eruit? Wat is het verschil met de rest van Eurazië, Australië, Antarctica? Waar staan ​​ze ten opzichte van elkaar? Zoek de continenten op de overzichtskaart. Label ze en vergelijk ze met de printkaart.

4

Vind uw land op de politieke kaart van de wereld. Het is het handigst om ermee te beginnen, omdat u de hoofdstad kent, de geschatte positie op het vasteland en de staten waarmee het grenst. Vind deze staten en onthoud hun positie ten opzichte van uw land. Leer de namen van hoofdsteden en andere grote steden. Welke waterlichamen zijn ze naast?

5

Vergelijk de politieke kaart van de wereld met het fysieke. Leer de conventies. Welke belangrijke geografische kenmerken bevinden zich in uw land en de buurlanden? Definieer de positie van de belangrijkste steden ten opzichte van deze objecten.

6

Vind de extreme punten op elk continent en leer ze. Laat het grootste land zien. Bepaal de coördinaten. Zoek de geschatte positie op de fysieke kaart en identificeer de belangrijkste geografische objecten. Laat de buurlanden, de grootste rivieren, de belangrijkste bergtoppen op hun grondgebied en de belangrijkste steden zien. Besteed aandacht aan de grenzen tussen staten. Welke objecten gaan ze door?

7

Neem een ​​boek over een wereldreis. Toon de route waarlangs de expeditie zich voortbewoog. Vind de belangrijkste punten op de wereldkaart. Voer deze taak meerdere keren uit en zoek de expeditieroute op de overzichtskaart.

Handig advies

Controleer jezelf op een elektronische kaart. Typ de naam van het vasteland in de zoekmachine, zoek de nodige punten erop en kijk naar hun coördinaten.

Gebruik verschillende soorten geheugen. Toon op de kaart de richting van de rivier, de kustlijn, de locatie van de stad of de top. Geef de objecten een naam.